LRV / Proef 33. Klasse M1 / 2025
Bewegingen
1 A-X

Binnenkomen in arbeidsdraf

Kwaliteit van de gangen, het halthouden en de overgangen. Nauwkeurigheid van de AC-lijn en de rechtgerichtheid. Enkele seconden onbeweeglijk stilstaan. Correcte oprichting en aanleuning. Buiging in de wending.
X

Halthouden en groeten

Kwaliteit van de gangen, het halthouden en de overgangen. Nauwkeurigheid van de AC-lijn en de rechtgerichtheid. Enkele seconden onbeweeglijk stilstaan. Correcte oprichting en aanleuning. Buiging in de wending.
C

Rechterhand

Kwaliteit van de gangen, het halthouden en de overgangen. Nauwkeurigheid van de AC-lijn en de rechtgerichtheid. Enkele seconden onbeweeglijk stilstaan. Correcte oprichting en aanleuning. Buiging in de wending.
2 M-X-K

Van hand veranderen in middendraf (doorzitten of lichtrijden)

Regelmaat, balans, het ondertreden van het achterbeen, enige verlenging van de passen en het frame. Rechtgerichtheid. Vloeiende uitvoering van en balans in beide overgangen.
K

Arbeidsdraf

Regelmaat, balans, het ondertreden van het achterbeen, enige verlenging van de passen en het frame. Rechtgerichtheid. Vloeiende uitvoering van en balans in beide overgangen.
3 F

Schouderbinnenwaarts

Regelmaat en kwaliteit van de draf, correcte aanleuning, gelijkmatige lengtebuiging en juiste hoek. Impuls, balans en vloeiende uitvoering.
Tussen B en M

Rechtuit

Regelmaat en kwaliteit van de draf, correcte aanleuning, gelijkmatige lengtebuiging en juiste hoek. Impuls, balans en vloeiende uitvoering.
4 C

Afwenden

Regelmaat en kwaliteit van de draf, correcte aanleuning, verzameling en balans. Buiging In de wending. Correcte uitvoering van de rechte lijn. Buiging, grootte en vorm van de volte.
Tussen G-X

Volte 10 meter links

Regelmaat en kwaliteit van de draf, correcte aanleuning, verzameling en balans. Buiging In de wending. Correcte uitvoering van de rechte lijn. Buiging, grootte en vorm van de volte.
A

Rechterhand

Regelmaat en kwaliteit van de draf, correcte aanleuning, verzameling en balans. Buiging In de wending. Correcte uitvoering van de rechte lijn. Buiging, grootte en vorm van de volte.
5 K

Schouderbinnenwaarts

Regelmaat en kwaliteit van de draf, correcte aanleuning, gelijkmatige lengtebuiging en juiste hoek. Impuls, balans en vloeiende uitvoering.
Tussen E en H

Rechtuit

Regelmaat en kwaliteit van de draf, correcte aanleuning, gelijkmatige lengtebuiging en juiste hoek. Impuls, balans en vloeiende uitvoering.
6 C

Halthouden

Kwaliteit van het halthouden en de overgang. Enkele seconden onbeweeglijk stilstaan. Nageeflijkheid, vloeiende uitvoering, rechtheid.
7

3 - 5 passen achterwaarts

Nageeflijkheid en correcte oprichting, vloeiende uitvoering, rechtheid. Diagonale passen en het juiste aantal. Vloeiende overgang voorwaarts.
8 M-X-K

Van hand veranderen in middenstap

Regelmaat, soepelheid van de rug, activiteit, meer ruimte van de passen en enige verlenging van het frame, schoudervrijheid. Vloeiende uitvoering van de overgangen.
Voor K

Arbeidsstap

Regelmaat, soepelheid van de rug, activiteit, meer ruimte van de passen en enige verlenging van het frame, schoudervrijheid. Vloeiende uitvoering van de overgangen.
9 K

Overgang arbeidsdraf

Kwaliteit van de overgang, regelmaat, impuls, balans, correcte aanleuning, nauwkeurigheid.
10 A

Arbeidsgalop links aanspringen

Kwaliteit van de overgang, regelmaat, impuls, balans, correcte aanleuning, nauwkeurigheid.
11 B-E-B

Grote volte in middengalop

Kwaliteit van de galop, correcte aanleuning, balans, enige verlenging van de sprongen en het frame. Rechtgerichtheid. Het behoud van ritme, de vloeiende en nauwkeurige uitvoering van de overgangen. De correcte uitvoering van de gevraagde lijn.
B

Arbeidsgalop

Kwaliteit van de galop, correcte aanleuning, balans, enige verlenging van de sprongen en het frame. Rechtgerichtheid. Het behoud van ritme, de vloeiende en nauwkeurige uitvoering van de overgangen. De correcte uitvoering van de gevraagde lijn.
12 H-X-K

Gebroken lijn 8 - 10 meter in contragalop

Kwaliteit van de galop, correcte aanleuning, impuls en balans. vloeiende verandering van richting.
13 A

Overgang arbeidsdraf

Kwaliteit van de overgang, regelmaat, impuls, balans, correcte aanleuning, nauwkeurigheid.
14 F-X-H

Van hand veranderen, daarbij het paard de hals laten strekken (doorzitten of lichtrijden)

Regelmaat, balans en het behoud van het tempo en de activiteit, en met correcte verbinding de hals verlengen tot boeg/knie hoogte. Het op correcte wijze in de hand stellen. Nauwkeurige uitvoering van de gevraagde lijn.
Voor H

Teugels op maat maken

Regelmaat, balans en het behoud van het tempo en de activiteit, en met correcte verbinding de hals verlengen tot boeg/knie hoogte. Het op correcte wijze in de hand stellen. Nauwkeurige uitvoering van de gevraagde lijn.
15 C

Arbeidsgalop rechts aanspringen

Kwaliteit van de overgang, regelmaat, impuls, balans, correcte aanleuning, nauwkeurigheid.
16 B-E-B

Grote volte in middengalop

Kwaliteit van de galop, correcte aanleuning, balans, enige verlenging van de sprongen en het frame. Rechtgerichtheid. Het behoud van ritme, de vloeiende en nauwkeurige uitvoering van de overgangen. De correcte uitvoering van de gevraagde lijn.
B

Arbeidsgalop

Kwaliteit van de galop, correcte aanleuning, balans, enige verlenging van de sprongen en het frame. Rechtgerichtheid. Het behoud van ritme, de vloeiende en nauwkeurige uitvoering van de overgangen. De correcte uitvoering van de gevraagde lijn.
17 K-X-H

Gebroken lijn 8 - 10 meter in contragalop

Kwaliteit van de galop, correcte aanleuning, impuls en balans. vloeiende verandering van richting.
18 C

Overgang arbeidsdraf

Kwaliteit van de overgang, regelmaat, impuls, balans, correcte aanleuning, nauwkeurigheid.
19 B-E

Door een S van hand veranderen

Regelmaat en kwaliteit van de draf, correcte aanleuning, impuls, balans en buiging. Grootte en vorm van de wending, vloeiende verandering van richting.
20 F-X-H

Van hand veranderen in middendraf (doorzitten of lichtrijden)

Regelmaal, balans, het ondertreden van het achterbeen, enige verlenging van de passen en het frame. Rechtgerichtheid. Vloeiende uitvoering van en balans in beide overgangen.
H

Arbeidsdraf

Regelmaal, balans, het ondertreden van het achterbeen, enige verlenging van de passen en het frame. Rechtgerichtheid. Vloeiende uitvoering van en balans in beide overgangen.
21 B-X

Halve volte halve baan rechts

Regelmaat en kwaliteit van de draf, correcte aanleuning, impuls en balans. Buiging in de wending. Correcte uitvoering van de rechte lijn.
22 G

Halthouden en groeten

Kwaliteit van de gang, de overgang en het hallhouden. Correcte aanleuning. Nauwkeurigheid van de AC-lijn en de rechtgerichtheid.
Algemeen
23

Gangen

Takt, regelmaat en ruimte
24

De impuls en verzameling

De activiteit door de ruller opgewekt en beheerst vanuit de achterhand, ondertreden van het achterbeen, gesloten, bergopwaarts opgericht
25

Het rechtgerichte, ontspannen en in aanleuning gaande paard

Rechtgerichtheid: los door het lijf bewegend, de souplesse en ontspanning de aanleuning met de nek als hoogste punt
26

Harmonie

Het op een sympathieke en paardvriendelijke manier van rijden, correct gebruik van hulpmiddelen: paard heen vertrouwen en Is van goede wil. ontvankelijk voor de hulpen
27

De houding en zit van de ruiter/amazone en het effect van de hulpen

De Invloed van de hulpen volgens het scala van opleiding: de Invloed van de hulpen op de correcte uitvoering van de oefeningen, het gedoseerd geven van de hulpen, de gehoorzaamheid van het paard op de hulpen, In balans, correct, onafhankelijk. In het middelpunt van het zadel, correcte positie van bovenlichaam, arm: elleboog, hand, been en hak, soepel en ongedwongen