LRV / Proef 48. Klasse ZZ / 2025
Bewegingen
1 A-X

Binnenkomen in verzamelde galop

Kwaliteit van de gangen, het halthouden en de overgangen. Nauwkeurigheid van de AC-lijn en de rechtgerichtheid. Enkele seconden onbeweeglijk stilstaan. Correcte oprichting en aanleuning. Buiging in de wending.
X

Halthouden en groeten

Kwaliteit van de gangen, het halthouden en de overgangen. Nauwkeurigheid van de AC-lijn en de rechtgerichtheid. Enkele seconden onbeweeglijk stilstaan. Correcte oprichting en aanleuning. Buiging in de wending.
C

Rechterhand

Kwaliteit van de gangen, het halthouden en de overgangen. Nauwkeurigheid van de AC-lijn en de rechtgerichtheid. Enkele seconden onbeweeglijk stilstaan. Correcte oprichting en aanleuning. Buiging in de wending.
2 R-K

Van hand veranderen in uitgestrekte draf (doorzitten of lichtrijden)

Regelmaat, elasticiteit, balans, de energie en het overstappen van het achterbeen, de verlenging van het frame. Het behoud van ritme, de vloeiende en nauwkeurige uitvoering van de overgangen.
K

Verzamelde draf

Regelmaat, elasticiteit, balans, de energie en het overstappen van het achterbeen, de verlenging van het frame. Het behoud van ritme, de vloeiende en nauwkeurige uitvoering van de overgangen.
3 F-B

Schouderbinnenwaarts

Regelmaat en kwaliteit van de draf, correcte aanleuning, gelijkmatige lengtebuiging en juiste hoek. Verzameling, balans en vloeiende uitvoering. Grootte en vorm van de wending, vloeiende verandering van richting, impuls, balans en buiging.
B-E

Door een S van hand veranderen

Regelmaat en kwaliteit van de draf, correcte aanleuning, gelijkmatige lengtebuiging en juiste hoek. Verzameling, balans en vloeiende uitvoering. Grootte en vorm van de wending, vloeiende verandering van richting, impuls, balans en buiging.
4 E-G

Appuyeren

Regelmaat en kwaliteit van de draf, correcte aanleuning, gelijkmatige lengtebuiging, verzameling, balans, vloeiende uitvoering, het kruisen van de benen. Buiging in de wending.
C

Linkerhand

Regelmaat en kwaliteit van de draf, correcte aanleuning, gelijkmatige lengtebuiging, verzameling, balans, vloeiende uitvoering, het kruisen van de benen. Buiging in de wending.
5 H-X-F

Van hand veranderen in uitgestrekte draf (doorzitten of lichtrijden)

Regelmaat, elasticiteit, balans, de energie en het overstappen van het achterbeen, de verlenging van het frame. Het behoud van ritme, de vloeiende en nauwkeurige uitvoering van de overgangen.
F

Verzamelde draf

Regelmaat, elasticiteit, balans, de energie en het overstappen van het achterbeen, de verlenging van het frame. Het behoud van ritme, de vloeiende en nauwkeurige uitvoering van de overgangen.
6 K-E

Schouderbinnenwaarts

Regelmaat en kwaliteit van de draf, correcte aanleuning, gelijkmatige lengtebuiging en juiste hoek. Verzameling, balans en vloeiende uitvoering.
E-B

Door een S van hand veranderen

Grootte en vorm van de wending, vloeiende verandering van richting, impuls, balans en buiging.
7 B-G

Appuyeren

Regelmaat en kwaliteit van de draf, correcte aanleuning, gelijkmatige lengtebuiging, verzameling, balans, vloeiende uitvoering, het kruisen van de benen. Buiging in de wending.
C

Rechterhand

Regelmaat en kwaliteit van de draf, correcte aanleuning, gelijkmatige lengtebuiging, verzameling, balans, vloeiende uitvoering, het kruisen van de benen. Buiging in de wending.
8 R-K

Afwenden

Kwaliteit van de draf, het halthouden en de overgang. Correcte aanleuning, impuls en balans. Buiging in de wending. Correcte uitvoering van de rechte lijn. Enkele seconden onbeweeglijk stilstaan. Rechtheid.
I

Halthouden

Kwaliteit van de draf, het halthouden en de overgang. Correcte aanleuning, impuls en balans. Buiging in de wending. Correcte uitvoering van de rechte lijn. Enkele seconden onbeweeglijk stilstaan. Rechtheid.
9

5 passen achterwaarts, voorwaarts in uitgestrekte stap

Nageeflijkheid en correcte oprichting, vloeiende uitvoering, rechtheid. Diagonale passen en het juiste aantal. Vloeiende overgang voorwaarts.
10 S-E-B-R

Halve grote volte in uitgestrekte stap

Regelmaat, soepelheid van de rug, ontspanning, het overstappen van het achterbeen, activiteit, schoudervrijheid, het verlengen van het frame. Buiging, grootte en vorm van de volte.
11 R-M-C

Verzamelde stap

Regelmaat, soepelheid van de rug en de correcte aanleuning en oprichting, verkorte en meer verheven passen en activiteit.
12 C

Verzamelde galop

Kwaliteit van de overgang, regelmaat, impuls, balans, correcte aanleuning, nauwkeurigheid.
13 H-X-F

Van hand veranderen in uitgestrekte galop

Kwaliteit van de galop, correcte aanleuning, balans, maximale verlenging van de sprongen en het frame. Rechtgerichtheid. Het behoud van ritme, de vloeiende en nauwkeurige uitvoering van de overgangen. De correcte uitvoering van de gevraagde lijn. Kwaliteit van de vliegende galopwissel op de diagonaal.
F

Verzamelde galop en vliegende galopwisseling

Kwaliteit van de galop, correcte aanleuning, balans, maximale verlenging van de sprongen en het frame. Rechtgerichtheid. Het behoud van ritme, de vloeiende en nauwkeurige uitvoering van de overgangen. De correcte uitvoering van de gevraagde lijn. Kwaliteit van de vliegende galopwissel op de diagonaal.
14 E-I-M

Van hand veranderen, op de diagonaal halve arbeidspirouette naar rechts

Kwaliteit van de galop, correcte aanleuning, verzameling, balans, grootte, stelling en buiging.
15 E-V-K-A

Contragalop

Kwaliteit van de contragalop, correcte aanleuning, impuls, balans.
16 A

Vliegende galopwisseling

Wissel in 1 keer gesprongen, ongedwongen uitvoering, rechtgerichtheid.
17 B-I-H

Van hand veranderen, op de diagonaal halve arbeidspirouette naar links

Kwaliteit van de galop, correcte aanleuning, verzameling, balans, grootte, stelling en buiging.
18 B-P-F-A

Contragalop

Kwaliteit van de contragalop, correcte aanleuning, impuls, balans.
19 A

Vliegende galopwisseling

Kwaliteit van de galop, correcte aanleuning, wissel in 1 keer gesprongen, balans, ongedwongen uitvoering, rechtgerichtheid.
20 K-X

Appuyeren

Kwaliteit van de galop, correcte aanleuning, verzameling, balans, gelijkmatige lengtebuiging, vloeiende (ongedwongen) uitvoering. Kwaliteit van de (contra-)galop, correcte aanleuning, impuls, balans.
21 X

Vliegende galopwisseling

Kwaliteit van de galop, correcte aanleuning, wissel in 1 keer gesprongen, balans, ongedwongen uitvoering, rechtgerichtheid.
22 X-H

Appuyeren

Kwaliteit van de galop, correcte aanleuning, verzameling, balans, gelijkmatige lengtebuiging, vloeiende (ongedwongen) uitvoering.
23 H-C-M

Contragalop

Kwaliteit van de contragalop, correcte aanleuning, impuls, balans
24 M-X-K

Van hand veranderen

Kwaliteit van de galop, correcte aanleuning, wissel in 1 keer gesprongen, balans, ongedwongen uitvoering, rechtgerichtheid.
Tussen M en X

Vliegende galopwisseling

Kwaliteit van de galop, correcte aanleuning, wissel in 1 keer gesprongen, balans, ongedwongen uitvoering, rechtgerichtheid.
25 Tussen X en K

Vliegende galopwisseling

Kwaliteit van de galop, correcte aanleuning, wissel in 1 keer gesprongen, balans, ongedwongen uitvoering, rechtgerichtheid.
26 A

Afwenden

Kwaliteit van de gang, de overgang en het halthouden. Correcte aanleuning. Buiging in de wending. Nauwkeurigheid van de AC-lijn en de rechtgerichtheid.
X

Halthouden en groeten

Kwaliteit van de gang, de overgang en het halthouden. Correcte aanleuning. Buiging in de wending. Nauwkeurigheid van de AC-lijn en de rechtgerichtheid.
Algemeen
27

Gangen

Takt, regelmaat en ruimte
28

De impuls en verzameling

De activiteit door de ruller opgewekt en beheerst vanuit de achterhand, ondertreden van het achterbeen, gesloten, bergopwaarts opgericht
29

Het rechtgerichte, ontspannen en in aanleuning gaande paard

Rechtgerichtheid: los door het lijf bewegend, de souplesse en ontspanning de aanleuning met de nek als hoogste punt
30

Harmonie

Het op een sympathieke en paardvriendelijke manier van rijden, correct gebruik van hulpmiddelen: paard heen vertrouwen en Is van goede wil. ontvankelijk voor de hulpen
31

De houding en zit van de ruiter/amazone en het effect van de hulpen

De Invloed van de hulpen volgens het scala van opleiding: de Invloed van de hulpen op de correcte uitvoering van de oefeningen, het gedoseerd geven van de hulpen, de gehoorzaamheid van het paard op de hulpen, In balans, correct, onafhankelijk. In het middelpunt van het zadel, correcte positie van bovenlichaam, arm: elleboog, hand, been en hak, soepel en ongedwongen