LRV / Proef 19. Klasse B2 / 2025
Bewegingen
1 A-X-C

Binnenkomen in arbeidsdraf

Kwaliteit van de draf. Correcte contact en verbinding. Nauwkeurigheid van de AC-lijn en de rechtgerichtheid.
2 C

Linkerhand

Regelmaat en kwaliteit van de draf, correcte contact en verbinding, impuls en balans. Buiging in de wending.
3 E

Afwenden

Regelmaat en kwaliteit van de draf, correcte contact en verbinding, impuls en balans. Buiging in de wending.
4 E-B

Arbeidsdraf

Regelmaat en kwaliteit van de draf, correcte contact en verbinding, impuls en balans. Correcte uitvoering van de rechte lijn.
5 B

Rechterhand

Regelmaat en kwaliteit van de draf, correcte contact en verbinding, impuls en balans. Buiging in de wending.
6 K-X-M

Van hand veranderen en enkele passen de draf verruimen

Regelmaat, balans, het ondertreden van het achterbeen, enige verlenging van de passen en het frame. Rechtgerichtheid. Het tonen van verschil ten opzichte van de arbeidsdraf.
7 C-X-C

Grote volte en na enkele drafpassen het paard de hals laten strekken

Regelmaat, balans, het behoud van het tempo en de activiteit en met correcte verbinding de hals verlengen tot boeg/knie hoogte. Nauwkeurige uitvoering van de gevraagde lijn.
8 Tusen C en H

Teugels op maat maken

Regelmaat, balans en het op correcte wijze in de hand stellen, het behoud van het tempo en de activiteit. Nauwkeurige uitvoering van de gevraagde lijn.
9 E-F

Van hand veranderen

Regelmaat en kwaliteit van de draf, correcte contact en verbinding, impuls en balans. Correcte uitvoering van de rechte lijn.
10 A-X-A

Grote volte

Kwaliteit van de gangen, correcte contact en verbinding, impuls en balans. Buiging, grootte en vorm van de volte.
11 Op de volte tussen X en A

Arbeidsgalop rechts aanspringen

Kwaliteit van de overgang, regelmaat, impuls, balans, correcte contact en verbinding, nauwkeurigheid.
12 E-B-E

Grote volte

Kwaliteit van de galop, correcte contact en verbinding, impuls en balans. Buiging, grootte en vorm van de volte.
13 Tussen H en C

Overgang arbeidsdraf

Kwaliteit van de overgang, regelmaat, impuls, balans, correcte contact en verbinding, nauwkeurigheid.
14 Tussen M en B

Overgang arbeidsstap

Kwaliteit van de overgang, regelmaat, impuls, balans, correcte contact en verbinding, nauwkeurigheid.
15 B-K

Van hand veranderen en enkele passen de stap verruimen

Regelmaat, soepelheid van de rug, activiteit, enige verlenging van de passen en het frame, schoudervrijheid. Het tonen van verschil ten opzichte van de arbeidsstap.
16 Tussen K en A

Overgang arbeidsdraf

Kwaliteit van de overgang, regelmaat, impuls, balans, correcte contact en verbinding, nauwkeurigheid.
17 A-X-A

Grote volte

Kwaliteit van de gangen, correcte contact en verbinding, impuls en balans. Buiging, grootte en vorm van de volte.
18 Op de volte tussen X en A

Arbeidsgalop links aanspringen

Kwaliteit van de overgang, regelmaat, impuls, balans, correcte contact en verbinding, nauwkeurigheid.
19 B-E-B

Grote volte

Kwaliteit van de galop, correcte contact en verbinding, impuls en balans. Buiging, grootte en vorm van de volte.
20 Tussen M en C

Overgang arbeidsdraf

Kwaliteit van de overgang, regelmaat, impuls, balans, correcte contact en verbinding, nauwkeurigheid.
21 H-X-F

Van hand veranderen en enkele passen de draf verruimen

Regelmaat, balans, het ondertreden van het achterbeen, enige verlenging van de passen en het frame. Rechtgerichtheid. Het tonen van verschil ten opzichte van de arbeidsdraf.
22 A

Afwenden

Regelmaat en kwaliteit van de draf, correcte contact en verbinding, impuls en balans. Buiging in de wending.
23 Tussen A en D

Overgang arbeidsstap

Kwaliteit van de overgang, regelmaat, impuls, balans, correcte contact en verbinding, nauwkeurigheid op AC-lijn.
24 Tussen X en G

Halthouden en groeten

Kwaliteit van de gang, de overgang en het halthouden. Correcte contact en verbinding. Nauwkeurigheid van de AC-lijn en de rechtgerichtheid
Algemeen
25

Gangen

Takt, regelmaat en ruimte
26

De impuls

De activiteit door de ruiter opgewekt en beheerst
27

Het rechtgerichte, ontspannen en in contact en verbinding gaande paard

Rechtgerichtheid, los door het lijf bewegend, de souplesse en ontspanning, de aanleuning met de nek als hoogste punt, ontvankelijk voor de hulpen
28

Harmonie

Het gevoel van de ruiter en de wijze waarop op hel paard wordt ingewerkt, het op een sympathieke en paardvriendelijke manier van rijden, correct gebruik van hulpmiddelen, paard heeft vertrouwen en is van goede wil
29

De houding en zit van de ruiter/amazone en het effect van de hulpen

In balans, correct. onafhankelijk, In het middelpunt van het zadel, correcte positie van bovenlichaam, arm, ellenboog, hand, been en hak, soepel en ongedwongen .De invloed van de hulpen volgens het scala van frichting, de Invloed van de hulpen op de correcte uitvoering van de oefeningen, het gedoseerd geven van de hulpen, de gehoorzaamheid van het paard op de hulpen
30

De verzorging van het geheel

Conditie en toilettering van het paard, het harnachement, de kleding en verzorging van de ruiter.