LRV / Proef 28. Klasse L2 / 2025
Bewegingen
1 A-X-C

Binnenkomen in arbeidsdraf

Kwaliteit van de draf. Correcte aanleuning. Nauwkeurigheid van de AC-lijn en de rechtgerichtheid. Buiging in de wending
C

Linkerhand

Kwaliteit van de draf. Correcte aanleuning. Nauwkeurigheid van de AC-lijn en de rechtgerichtheid. Buiging in de wending
2 E-B

Door een S van hand veranderen

Regelmaat en kwaliteit van de draf, correcte aanleuning, impuls, balans en buiging. Grootte en vorm van de wending, vloeiende verandering van richting.
3 A

Afwenden, wijken voor het rechterbeen (10 meter)

Regelmaat en kwaliteit van de draf, correcte aanleuning, impuls en balans. Juiste stelling en buiging in de wending. Correcte stelling en controle in het wijken voor het been.
H

Hoefslag volgen

Regelmaat en kwaliteit van de draf, correcte aanleuning, impuls en balans. Juiste stelling en buiging in de wending. Correcte stelling en controle in het wijken voor het been.
4 M-X-K

Van hand veranderen in middendraf K

Regelmaat, balans, het ondertreden van het achterbeen, enige verlenging van de passen en het frame. Rechtgerichtheid. Vloeiende uitvoering van en balans in beide overgangen.
5 A

Afwenden, wijken voor het linkerbeen (10 meter)

Regelmaat en kwaliteit van de draf, correcte aanleuning, impuls en balans. Juiste stelling en buiging in de wending. Correcte stelling en controle in het wijken voor het been.
M

Hoefslag volgen

Regelmaat en kwaliteit van de draf, correcte aanleuning, impuls en balans. Juiste stelling en buiging in de wending. Correcte stelling en controle in het wijken voor het been.
6 E

Afwenden

Regelmaat en kwaliteit van de draf, correcte aanleuning, impuls en balans. Buiging in de wending. Correcte uitvoering van de rechte lijn.
X

Halthouden

Kwaliteit van het halthouden en de overgang. Enkele seconden onbeweeglijk stilstaan.
7

Enkele pasen achterwaarts

Nageeflijkheid en correcte aanleuning, vloeiende uitvoering, rechtheid. Duidelijke, diagonale passen.
8

Voorwaarts in arbeidsdraf

Vloeiende overgang voorwaarts. Regelmaat en kwaliteit van de draf, correcte aanleuning, impuls en balans.
B

Rechterhand

Buiging in de wending
9 Tussen A en K

Overgang arbeidsstap

Kwaliteit van de overgang, regelmaat, impuls, balans, correcte aanleuning, nauwkeurigheid.
10 K-B

Van hand veranderen in middenstap

Regelmaat, soepelheid van de rug, activiteit, meer ruimte van de passen en enige ver1enging van het frame, schoudervrijheid. Vloeiende uitvoering van de overgangen.
B

Arbeidsdraf

Regelmaat, soepelheid van de rug, activiteit, meer ruimte van de passen en enige ver1enging van het frame, schoudervrijheid. Vloeiende uitvoering van de overgangen.
11 Tussen B en M

Overgang arbeidsdraf

Kwaliteit van de overgang, regelmaat, impuls, balans, correcte aanleuning, nauwkeurigheid.
12 Tussen C en H

Arbeidsgalop links aanspringen

Kwaliteit van de overgang, regelmaat, impuls, balans, correcte aanleuning, nauwkeurigheid.
13 E-B-E

Grote volte

Kwaliteit van de galop, correcte aanleuning, balans, enige verlenging van de sprongen en het frame.
Op de volte tussen B en E

Enkele sprongen middengalop

Rechtgerichtheid. Het behoud van ritme, de vloeiende en nauwkeurige uitvoering van de overgangen. De correcte uitvoering van de gevraagde lijn.
14 Tussen K en A

Overgang arbeidsdraf

Kwaliteit van de overgang, regelmaat, impuls, balans, correcte aanleuning, nauwkeurigheid.
15 A-X

Halve grote volte links, daarbij het paard de hals laten strekken

Regelmaat, balans, het behoud van het tempo en de activiteit en met correcte verbinding de hals verlengen tot boeg/knie hoogte. Nauwkeurige uitvoering van de gevraagde lijn.
16 X-C

Halve grote volte rechts, daarbij de teugels op maat maken

Regelmaat, balans en het op correcte wijze in de hand stellen, het behoud van het tempo en de activiteit. Nauwkeurige uitvoering van de gevraagde lijn.
17 Tussen C en M

Arbeidsgalop rechts aanspringen

Kwaliteit van de overgang, regelmaat, impuls, balans, correcte aanleuning, nauwkeurigheid.
18 B-E-B

Grote volte

Kwaliteit van de galop, correcte aanleuning, balans, enige verlenging van de sprongen en het frame.
Op de volte tussen E en B

Enkele sprongen middengalop

Rechtgerichtheid. Het behoud van ritme, de vloeiende en nauwkeurige uitvoering van de overgangen. De correcte uitvoering van de gevraagde lijn.
19 Tussen F en A

Overgang arbeidsdraf

Kwaliteit van de overgang, regelmaat, impuls, balans, correcte aanleuning, nauwkeurigheid.
20 E-B

Halve grote volte

Regelmaat en kwaliteit van de draf, correcte aanleuning, impuls en balans. Buiging, grootte en vorm van de halve volte.
21 B-X

Halve volte halve baan

Regelmaat en kwaliteit van de draf, correcte aanleuning, impuls en balans. Buiging in de wending. Correcte uitvoering van de rechte lijn.
22 Tussen X en G

Arbeidsstap, daarna halthouden en groeten

Kwaliteit van de gang, de overgang en het halthouden. Correcte contact en verbinding. Nauwkeurigheid van de AC-lijn en de rechtgerichtheid
Algemeen
23

Gangen

Takt, regelmaat en ruimte
24

De impuls

De activiteit door de ruiter opgewekt en beheerst
25

Het rechtgerichte, ontspannen en in contact en verbinding gaande paard

Rechtgerichtheid, los door het lijf bewegend, de souplesse en ontspanning, de aanleuning met de nek als hoogste punt, ontvankelijk voor de hulpen
26

Harmonie

Het gevoel van de ruiter en de wijze waarop op hel paard wordt ingewerkt, het op een sympathieke en paardvriendelijke manier van rijden, correct gebruik van hulpmiddelen, paard heeft vertrouwen en is van goede wil
27

De houding en zit van de ruiter/amazone en het effect van de hulpen

In balans, correct. onafhankelijk, In het middelpunt van het zadel, correcte positie van bovenlichaam, arm, ellenboog, hand, been en hak, soepel en ongedwongen .De invloed van de hulpen volgens het scala van frichting, de Invloed van de hulpen op de correcte uitvoering van de oefeningen, het gedoseerd geven van de hulpen, de gehoorzaamheid van het paard op de hulpen