LRV / Proef 17. Klasse B1 / 2025
Bewegingen
1 A-X

Binnenkomen in arbeidsdraf

Kwaliteit van de gangen, het halthouden en de overgangen. Nauwkeurigheid van de AC-lijn en de rechtgerichtheid. Enkele seconden onbeweeglijk stilstaan. Correcte oprichting en aanleuning. Buiging in de wending.
C

Rechterhand

Kwaliteit van de gangen, het halthouden en de overgangen. Nauwkeurigheid van de AC-lijn en de rechtgerichtheid. Enkele seconden onbeweeglijk stilstaan. Correcte oprichting en aanleuning. Buiging in de wending.
2 M-X-K

Van hand veranderen

Regelmaat en kwaliteit van de draf, correcte contact en verbinding, impuls en balans. Correcte uitvoering van de rechte lijn.
3 A-X-A

Grote volte

Regelmaat en kwaliteit van de draf, correcte contact en verbinding, impuls en balans. Buiging, grootte en vorm van de volte.
4 B

Afwenden

Regelmaat en kwaliteit van de draf, correcte contact en verbinding, impuls en balans. Buiging in de wending. Correcte uitvoering van de rechte lijn.
5 E

Rechterhand

Regelmaat en kwaliteit van de draf, correcte contact en verbinding, impuls en balans. Buiging in de wending.
6 Tussen H en C

Overgang arbeidsstap

Kwaliteit van de overgang, regelmaat, impuls, balans, correcte contact en verbinding, nauwkeurigheid.
7 M-E

Van hand veranderen

Regelmaat, soepelheid van de rug, ruimte van de passen, activiteit en correcte contact en verbinding. Correcte uitvoering van de rechte lijn.
8 Tussen K en A

Overgang arbeidsdraf

Kwaliteit van de overgang, regelmaat, impuls, balans, correcte contact en verbinding, nauwkeurigheid.
9 B-H

Van hand veranderen

Regelmaat en kwaliteit van de draf, correcte contact en verbinding, impuls en balans. Correcte uitvoering van de rechte lijn.
10 C-X-C

Grote volte

Kwaliteit van de gangen, correcte contact en verbinding, impuls en balans. Buiging, grootte en vorm van de volte.
11 Tussen X en C

Arbeidsgalop rechts aanspringen

Kwaliteit van de overgang, regelmaat, impuls, balans, correcte contact en verbinding, nauwkeurigheid.
12 B-E-B

Grote volte

Kwaliteit van de galop, correcte contact en verbinding, impuls en balans. Buiging, grootte en vorm van de volte.
13 Tussen B en F

Overgang arbeidsdraf

Kwaliteit van de overgang, regelmaat, impuls, balans, correcte contact en verbinding, nauwkeurigheid.
14 K-X-M

Van hand veranderen

Kwaliteit van de gangen en de overgang, regelmaat, impuls, balans, correcte contact en verbinding, rechtgerichtheid, nauwkeurigheid.
Tussen K en X

Overgang arbeidsstap

Kwaliteit van de gangen en de overgang, regelmaat, impuls, balans, correcte contact en verbinding, rechtgerichtheid, nauwkeurigheid.
15 Tussen X en M

Overgang arbeidsdraf

Kwaliteit van de overgang, regelmaat, impuls, balans, correcte contact en verbinding, nauwkeurigheid.
16 C-X-C

Grote volte

Kwaliteit van de gangen, correcte contact en verbinding, impuls en balans. Buiging, grootte en vorm van de volte.
17 Tussen X en C

Arbeidsgalop links aanspringen

Kwaliteit van de overgang, regelmaat, impuls, balans, correcte contact en verbinding, nauwkeurigheid.
18 E-B-E

Grote volte

Kwaliteit van de galop, correcte contact en verbinding, impuls en balans. Buiging, grootte en vorm van de volte.
19 Tussen E en K

Overgang arbeidsdraf

Kwaliteit van de overgang, regelmaat, impuls, balans, correcte contact en verbinding, nauwkeurigheid.
20 F-X

Wenden

Kwaliteit van de gangen, correcte contact en verbinding, impuls en balans. Buiging in de wending. Correcte uitvoering van de rechte lijn.
21 Voor X

Overgang arbeidsstap

Kwaliteit van de overgang, regelmaat, impuls, balans, correcte contact en verbinding, nauwkeurigheid op AC-lijn.
22 X-C

Wenden

Kwaliteit van de gang, de overgang en het halthouden. Correcte contact en verbinding. Buiging in de wending. Nauwkeurigheid van de AC-lijn en de rechtgerichtheid.
X-G

Halthouden en groeten

Kwaliteit van de gang, de overgang en het halthouden. Correcte contact en verbinding. Buiging in de wending. Nauwkeurigheid van de AC-lijn en de rechtgerichtheid.
Algemeen
23

Gangen

Takt, regelmaat en ruimte
24

De impuls

De activiteit door de ruiter opgewekt en beheerst
25

Contact en verbinding

Constante elastische verbinding met de mond van het paard
26

Rijvaardigheid en harmonie

Het gevoel van de ruiter en de wijze waarop op hel paard wordt ingewerkt, het op een sympathieke en paardvriendelijke manier van rijden, correct gebruik van hulpmiddelen, paard heeft vertrouwen en is van goede wil
27

De houding en zit van de ruiter/amazone en het effect van de hulpen

In balans, correct. onafhankelijk, In het middelpunt van het zadel, correcte positie van bovenlichaam, arm, ellenboog, hand, been en hak, soepel en ongedwongen .De invloed van de hulpen volgens het scala van frichting, de Invloed van de hulpen op de correcte uitvoering van de oefeningen, het gedoseerd geven van de hulpen, de gehoorzaamheid van het paard op de hulpen
28

De verzorging van het geheel

Conditie en toilettering van het paard, het harnachement, de kleding en verzorging van de ruiter.